Hieronder vindt u een overzicht van alle Miræus Lectures die sinds 2009 werden georganiseerd. Tot in 2016 vonden alle lezingen in Antwerpen plaats. Vanaf 2017 werden af en toe ook lezingen georgansieerd in Brugge, Luik en Leuven. Voor elke lezing is er een korte samenvatting beschikbaar. Voor de lezingen vanaf 2013 is er soms ook een geluids- of video-opname beschikbaar.
1. Paul Dyck • Picturing the Word: Antwerp Biblical Illustrations at Little Gidding • 29 april 2009
In the 1630s, the Ferrar family of Little Gidding (near Cambridge) constructed gospel harmonies by cutting and pasting printed English New Testaments and Antwerp biblical illustrations, forming new pages out of pre-existing parts, and also forming what did not otherwise exist: early 17th century illustrated bibles. This presentation will describe the Ferrars’ project, with particular attention to its marriage of a Protestant text to Catholic images.
2. Marie-Claude Felton • To Publish AND Perish: The Misadventures of Self-Publishing Authors in 18th-century Paris • 24 juni 2009
In 18th-century Paris, the booksellers’guild maintained a well-established monopoly over the publishing business: no book was to be printed or sold by anyone outside of their corporation. During a century when authors sought more independence and began to assert their authority and rights over their work, however, some writers tried to get published on their own terms without having to relinquish their rights to a bookseller (and publisher), which was then the rule. The study of these authors’ multiple endeavors allows us to examine the tensions that subsisted between authors and publishers in a world still dominated by privileges, and to realize just how far some writers would go to see their talent and knowledge be immortalized in print.
3. Noël Golvers • The Jesuits in China in the 17th and 18th Centuries: The ‘Ultima Thule’ of the European Bookdistribution •28 oktober 2009
Een ‘spin-off’ van de Europese expansie naar het Oosten is de verspreiding van Europese drukken, o.m. in China, in de 17e en 18e eeuw. Deze voordracht reconstrueert, op basis van bewaarde boeken en vnl. van een ruime selectie contemporaine handschriftelijke bronnen (brieven; traktaten, enz.) de circulatie van Europese boeken binnen het kader van de SJ missie van China.
Achtereenvolgens wordt hier behandeld: (1.1) de initiële aanvraag (hoe ontstaan? welke belangstellingspunten belichaamt zij? specifieke desiderata?); (1.2) de activiteiten van de verschillende ‘agenten’ (procuratoren, e.a.) en de rol van de donateurs (sociologische stratificatie? identificatie? motieven?), (1.3) de financiering (1.4) de invloed van de Europese boekmarkt (centra? prijzen? distributie?); (1.5) de voornaamste routes voor de levering.
In China zelf wordt (2.1) de vorming en ontwikkeling bekeken van lokale collecties (Macau; Peking; Canton enz.); (2.2) de domeinen en specifieke interessepunten, die in deze selecties aan de oppervlakte komen; (2.3) het impact van de boeken op de missie zelf (het wetenschappelijke, catechetische en pastorale werk), en (2.4) de transmissie naar de Chinese context.
Gezien de omvang van het thema kunnen niet alle onderdelen uitputtend behandeld worden; waar mogelijk, zal toch ook de positie van de Zuidelijke Nederlanden in het algemeen, en Antwerpen in het bijzonder in dit circulatie- en communicatieproces gesignaleerd worden.
4. Maurice Whitehead • English and Welsh Jesuit Book Culture: Some Aspects Relating to the Low Countries, circa 1600-1794 • 2 december 2009
The creation of the English Province of the Society of Jesus in 1623 formalised a process of development which had begun from the arrival of the first English Jesuits on English soil in 1580. Despite extensive legislation banning the existence within the kingdom of England of Catholic priests in general and of Jesuits in particular, the new province comprised a sophisticated, clandestine network of territorial ‘colleges’ or missionary districts across the whole of England and Wales.
These administrative units were complemented by a significant extra-territorial presence of English Jesuit establishments within both the Flandro-Belgic and Gallo-Belgic provinces of the Society of Jesus. These included the English Jesuit college, founded in 1593 with Habsburg support at Saint-Omer in the Spanish Netherlands for the education of English-speaking boys (known commonly in the English-speaking world as St Omers College – or, more simply, St Omers); a novitiate house nearby, across the River Aa, at Watten, opened about 1624; an English College for philosophical and theological studies, founded at Leuven in 1614, but transferred to Liège in 1624; a house of third probation – or tertianship (the final part of the formation of a Jesuit) – at Gent, founded in 1624. Additionally, there were English Jesuit missionary outposts in North America – in Maryland (1634) and Pennsylvania.
The material needs of Jesuits serving the English Jesuit Province – including their supply of books – was the responsibility of a succession of Provincial Procurators who were resident at first in Brussels and later in Antwerp.
This work-in-progress/workshop presentation seeks to explore some aspects of an, as yet, little researched subject: the book culture of the English and Welsh Jesuits at home and in continental Europe. Drawing on recent research in England and Wales, as well as in Belgium and France, the presentation will demonstrate some new findings and will invite the audience to help resolve some questions and mysteries, the answers to which may well still lie hidden in libraries and archives in Belgium.
5. Renaud Adam • Alost, le berceau de l’imprimerie en Belgique? Retour sur l’atelier de Jean de Westphalie et Thierry Martens (1473-1474) • 24 februari 2010
En 2004, la Bibliothèque royale de Belgique fait l’acquisition de la Logica vetus d’Aristote imprimée à Alost en 1474 par J. de Westphalie et T. Martens, édition jusqu’alors connue uniquement en fragments. Les informations contenues dans le colophon ont permis d’apporter des précisions sur la composition du premier atelier d’Alost et de préciser certaines hypothèses.
In 2004 verwierf de Koninklijke Bibliotheek van België de Logica vetus van Aristoteles. Dit boek werd in 1474 door Jan van Westfalen en Dirk Martens in Aalst gedrukt. Tot dan toe waren enkel fragmenten van deze tekst bekend. De gegevens uit de colofon geven meer informatie over de opstelling van het eerste atelier in Aalst, en verduidelijken bepaalde hypotheses.
6. Rémi Mathis • Red in a Black and White World. Coloured Title Pages in Early Printed Books • 28 april 2010
The aim of the talk is to give an overview of the use of the two-coloured title page in early printed books (1500-1800) in Western Europe. Using the data of the Dutch STCN and examples taken among French books, R. Mathis will review this practice in relation to technical, economical and cultural factors.
7. Bertrum MacDonald • Nineteenth Century Science in the Making: Communication of Scientific Information as Illustrated by Reading Practices and Correspondence Networks • 27 August 2010
The nineteenth century witnessed dramatic evolution in scientific work. Mass migration, developments in education, and advances in transportation and communications technologies significantly influenced how scientific investigations were pursued. The spread of scientific research triggered a substantial increase in the production of scientific publications and led to the systematizing of communication among scientists. Information and publications circulated worldwide to the mutual benefit of scientists in many countries. This lecture will describe this complex interdependence on information through discussion of reading practices and correspondence networks of scientists of the period. Examples will be drawn primarily from research on Canadian scientists.
8. Erik Kwakkel • Age of Innovation: The Manuscript Book in the Twelfth-Century Renaissance • 3 November 2010
This lecture focuses on the new book format that emerged during the Twelfth-Century Renaissance, an age in which European culture went through some dramatic changes. The “pregothic” manuscript that emerged between 1100 and 1200 included many innovative features, such as new scripts, page layouts and reading aids. This lecture aims to connect these innovations to changes in intellectual culture and shows how the new book features changed the reading experience of medieval individuals: they facilitated better comprehension and speedier access of information.
9. Peter Shillingsburg • From Gutenberg to Google • 22 November 2010
Wat wordt er precies weergegeven wanneer een uitgave op papier elektronisch wordt ontsloten? Deze vraagt raakt niet alleen bibliografische kwesties aan, maar stelt ook tekstuele, historische en communicatieve aspecten aan de orde. Deze lezing gaat in op de verwachtingen van lezers en onderzoekers wanneer ze met elektronische teksten te maken hebben en hoe deze verwachtingen ervaringen met de tekst kunnen beïnvloeden.
10. Alistair McCleery • Maintaining the Cultural Exception: Publishing Literature in a Global Marketplace • 24 November 2010
In deze lezing wordt het verband onderzocht tussen nationale identiteit, literatuur en de uitgeversindustrie. Een aantal orthodoxe theorieën over dat verband wordt opnieuw getoetst op hun geldigheid in de huidige context, in het bijzonder het concept van de ‘imagined communities’, dat door Benedict Anderson naar voor werd geschoven. Intussen blijkt dat de ‘culturele uitzondering’ binnen de vrije markt van goederen en diensten – waarvoor Frankrijk, Canada en andere landen zo sterk hebben geijverd – niet op kan tegen de keuzevrijheid van de consument. Drie factoren bedreigen het nut van de nationale, culturele uitzondering: (1) de verschuiving van de positie van het Engels als een wereldtaal voor handel en macht in de richting van een wereldtaal voor onderwijs en cultuur; (2) de mogelijkheid van consumenten om online bronnen te raadplegen, los van alle nationale grenzen; (3) de vertaling van de nationale cultuur, inclusief de literatuur, en de herschepping ervan tot een globaal product. Daarbij worden de literaturen zonder taalkundige karakteristieken het eerst geassimileerd, langzaam aan gevolgd door de andere. Op deze manier vormen de drijfveren van de transnationale uitgevers-industrie een sterke bedreiging voor het voortbestaan van nationale literaturen en de daaraan ten grondslag liggende nationale waarden.
11. David Shaw • Publishing the classics in 16th century Antwerp • 6 April 2011
Although Antwerp was a relative late-comer to the printing of texts of classical authors, a number of printers included these books in their production from about 1525 onwards. The establishment of the Officina Plantiniana saw a new development in this market, with the Antwerp merchant Theodor Poelman (Theodorus Pulmannus) becoming one of Plantin’s regular editors of classical texts. Poelman not only researched medieval manuscripts and the work of earlier scholars, he also formed a significant collection of manuscripts of his own. Many of his books and papers survive in the Library and Archive at the Plantin-Moretus Moretus.
12. Yann Sordet • The edition of the Imitatio Christi of Thomas a Kempis (15th-18th century) • 11 May 2011
Initially an essential vector of the Devotio Moderna movement, the book Imitatio Christi went on to influence all Christian sensibilities. Written around 1424, it circulated in the Rhineland and Flanders before spreading further afield to eventually becoming renown across all of Europe. Considering the history of its printing and publishing since 1470, one can regard it as a European best-seller. Throughout the modern era and, in part, the first half of the 19th century, a special relationship developed between The Imitation, both as a text and as a book, and its readers. More than perhaps those of any other devotional work, and for an exceptionally long period, surviving copies of this book show innumerable traces of this relationship, which is based on the singular function it fulfilled and a wider range of uses than would appear.
13. Eltjo Buringh • Medieval Manuscript Production in the Latin West • 23 November 2011
In this paper Eltjo Buringh discusses the medieval manuscript production and the uses in eleven areas of the Latin West. Based on a sample from an extensive library and on additional information the numbers of manuscripts surviving from the period 500–1500 have been assessed statistically. Other data have been used to quantify the loss rates of such books in the Latin West. Combining both sets of data allowed the estimation of the medieval production rates of manuscripts. Book production during the Middle Ages can be seen as a century-average indicator of local economic output. With a number of explanatory variables (monasteries, universities) the medieval book production in the Latin West can be adequately explained.
14. Nicholas Pickwoad • Preserving the oldest library in Christendom: the Saint Catherine’s Monastery Library Project on Mount Sinai • 1 December 2011
In 1996, the Saint Catherine Foundation was established to raise money to ensure the preservation of the fabled library of this famous monastery, and from 1998 Professor Pickwoad has been the leader of the conservation project set up to plan and execute this work. Working with books preserved in many cases for more than 1000 years in this arid desert location has necessitated a revision of much that is considered normal practice in library conservation, as has the survival of the largest single collection of Byzantine and Greek-style bindings in the world. The fact that the collection is also contained within the walls of a sixth-century Unesco World Heritage Site imposes further demands and limitations on the project. This presentation will describe the location, the library and the plans for its future preservation.
15. Michael Suarez • Ut pictura liber: Illustrations and Patrons in Enlightenment Books • 31 January 2012
From the mid-seventeenth century, English and Continental antiquaries, cartographers, classicists, and scientists increasingly sought to produce large folios with elaborate illustrations. But how to pay for the enormous production costs of such works? Engravings by the leading practitioners of the day – whether depicting the beauties of the great cathedrals, the epic glories of classical antiquity, or the finer points of natural history – required significant investments in both men and materials. This lecture will consider the commercial and cultural expedients that self-publishing authors, learned societies, and projecting booksellers developed to finance their books, many of exceeding beauty and genuine importance. Examining these “books for looking” produced for cultural elites and chiefly underwritten by their intended readerships in England and on the Continent, we encounter narratives of fiscal irresponsibility, signal innovation, shameless advertising, remarkable networking, outright deception, outstanding loyalty, and brazen vanity. Reading these lavish images and the stories of their making – in botanical books and star atlases, deluxe classical translations and county histories – compels us to consider the traffic between culture and commerce, to contemplate the exchanges between text and trade in new and illuminating ways. Understanding materiality and meaning as mutually informing, we will attend to questions of patronage and capitalization, consumption, monumentality, and ideologies both political and religious as they bear on cultural and intellectual life.
16. Simran Thadani • A Confutation of Grosse Errors and Absurdities. Duelling Calligraphers in the London Book Trade, 1570–1720 • 21 March 2012
Scholars working on English handwriting manuals have for decades studied competition in the writing arts almost exclusively through the experience of the late-sixteenth-century master scribe Peter Bales. In a manuscript now housed in the British Library, Bales describes how his rivalry against a younger challenger, Daniel Johnson, escalated into a public writing contest for the prize of a golden pen worth £20. (Bales won.) This lecture attends to several other, unstudied, disputes between English calligraphers, disputes that, importantly, are documented not in free-standing memoirs but in and through the texts and paratexts of the instructional copy-books that these men published. I show how several elements of these books — their title-pages, prefaces, dedications, frontispiece portraits, colophons, and even their principal (calligraphic) texts — are shrewdly and simultaneously employed not only to help establish authors’ reputations, transmit their skills, and promote their publications, but also to soundly mock and decry their competitors’ personae and methods. My investigations lead me to conclude that demonstrating superiority in this field clearly hinged both on the quality of an author’s penmanship (steadiness, speed, beauty) as well as on the extent of his showmanship (boasts, slurs, attacks).
17. Sandro Jung • Illustrated Pocket Diaries, 1779-1860: Book History’s Forgotten Genre • 24 October 2012
This paper introduces a little known genre which flourished in Britain from the late 1770s to the late nineteenth century. Notwithstanding the long life of the genre of the illustrated pocket diary-cum-almanac, scholars have failed to assess the range and variety of these annually issued publications or examine in which ways these print objects were produced in a competitive environment that saw, in its most prolific decades, the publication of up to forty different titles per year. Due to the ephemeral nature of the pocket diaries, very few copies have survived, and some titles known to have existed from advertisements have remained entirely untraced. Yet, an attempt at charting this genre’s various contexts of production, marketing, and consumption is rewarding in that it will reveal the richness of these publications in terms of design and layout innovations, the ways in which each of these titles promoted a narrative of cultural literacy, and the increasingly – in the course of the nineteenth century – gender-specific marketing of the titles. This paper will discuss of examples of the genre from the 1770s to the 1870s and will focus especially on the material aspects (including the bindings) of these publications as well as their illustrative material and the ways in which these pocket diaries promote cultural improvement.
18. Mark Purcell • The Libraries of the British National Trust • 23 January 2013
It is well known that great aristocratic houses all over Europe once contained magnificent libraries. What is less well known – at least in Continental Europe – is that many hundreds of these libraries still exist in historic houses all over England, Scotland and Wales. Over 300,000 books survive in more than 150 libraries and are in the care of the National Trust, despite the name not a government body, but a private charity established in the late nineteenth century. Others belong to smaller private foundations, and others still have remained in private ownership.
19. Peter Stallybrass • Why Printing precedes Manuscript • 6 March 2013
Wittgenstein wrote that we cannot see what is familiar, because it is always before our eyes. Printed forms are both familiar and invisible in this way. So invisible that we don’t usually notice how strikingly innovative they are. When we talk of “manuscript” and “print,” however much we resist any simple opposition, it’s hard not to imagine manuscript as the technology of the Middle Ages and printing as the technology of the early modern and the modern. Yet blank forms reverse this before/after model. Printing records what is already known: in a bank check, for instance, your name and address; the name of the bank; the bank’s routing number and your account number. The fact that we “fill in” or “complete” blank forms registers the pastness of what has been printed and their manuscript future. The blank spaces are there because we do not know in advance who we will make the check out to, what the sum of money will be, or what the date will be. Blank forms transform “manuscript” into the technology of the future. In this lecture, I will look at the crucial significance of blank forms to the inter-related histories of writing and printing from Gutenberg to John Kennedy’s assassination.
20. James Raven • Forms of Enlightenment: Society, Commerce and the hidden Revolution of Print in Europe, 1450-1850 • 15 May 2013
This lecture concerns two neglected and importantly related histories: that of jobbing printing in the printing house, and that of jobbing printing in the social and economic transformation of Europe between the late fifteenth and early nineteenth centuries. Neither history has been given the attention it deserves.
Most accounts of printing in Europe since the invention of moveable type in 1550 elucidate the production of books, periodicals and newspapers. Almost completely ignored is the mainstay of the printing house: the printer’s output of jobbing or job–work. Almost every printer from the fifteenth century to the nineteenth century depended absolutely on the regular income afforded by the jobbing work. It has been a hidden history. It is also a history of the social construction of knowledge. The fundamental concern is the production of non-book print. Such production, known as ‘jobbing printing’ or just ‘jobbing’ or ‘job-work’, comprised a myriad of small but extremely numerous orders for small, but extremely numerous printed items ranging from receipt slips to forms lefts largely blank to be filled in by pen and ink. Jobbing was the life-blood of the printing house; it kept most printers going; and, in turn, wide-ranging jobbing output transformed the ways in which people did business and lived their lives.
It is now nearly forty years since Keith Maslen, having immersed himself in the eighteenth-century Bowyer printing ledgers, urged bibliographers to go beyond W.W. Greg’s founding ‘apologia’ that their proper concern is with ‘books as material objects’. Even Maslen in his path-breaking essay, seems to have regarded the study of jobbing – indispensable as said it was – to be principally a means of understanding better the production and reception of books (in terms of concurrent printing and printing house practices, for example). His conclusion, nonetheless, was that ‘jobbing printing can be used as an index of civilization’, a conclusion yet to be tested by scholarly study.
21. David McKitterick • Putting the past on show. Old books and public interpretation in the nineteenth century • 22 May 2013
The nineteenth century is celebrated as a great age of bibliophilia. But there is another aspect of this story in a world of rapid social and technological change. How did the more general public learn about books, and what were the consequences for our libraries and policies today? This paper will pay special attention to the display and exhibition of old books, and to the effect of this on public perceptions of the past.
22. Luisa Calè • Blake, Young, and the Poetics of the Composite Page • 30 October 2013
In Blake’s Composite Art, W.J.T.Mitchell analyses William Blake’s illuminated books as ‘not as an indissoluble unity, but an interaction between two vigorously independent modes of expression’. Yet the illuminated books were an experiments in ‘a method of Printing both Letter-press and Engraving in a style more ornamental, uniform, and grand, than any before discovered […] a method of Printing which combines the Painter and the Poet’. This lecture rematerializes the notion of the ‘composite page’ by turning to an alternative book-making practice: Blake’s three experiments with Edward Young’s Night Thoughts. His first intervention involved an act of extra-illustration: the letterpress from first and second editions of Night Thoughts was inlaid in holes cut through wider pages, and the expanded margin illustrated with 537 designs. Secondly, a selection of 43 was engraved for an illustrated edition of Night Thoughts (1797). Finally, the proof pages of this edition, were reused as a surface of inscription for Blake’s prophetic poem Vala or the Death and Judgement of the Ancient Man A Dream of Nine Nights (1797-).
23. Stephen Colclough • Trading Places and Reading Spaces • 13 November 2013
How did Victorian readers get hold of books, newspapers and other texts, and what impact did the places and spaces in which they acquired texts have upon their reading experience? Drawing on a range of sources, including tourist guides, trade directories, book trade publicity materials, paintings, photographs and the work of contemporary social investigators and book trade historians, this paper sets out to trace the range of print venues open to British readers in the 1850s. These ranged from elite bookshops, with spaces in which lounging customers could browse the daily papers, through to mobile book barrows stocked with remainders and second-hand books. It will pay particular attention to two ‘new’ spaces particularly associated with a period that Simon Eliot has defined as the age of the ‘distribution revolution’, the major circulating libraries and the railway bookstalls. These two sites were, of course, bound together at the bookstalls of W.H. Smith & Son which also acted as venues from which books could be rented. Recent work on the sites at which readers encountered texts has tended to focus on the best-known shops found in the bookselling capitals, London, Dublin and Edinburgh, but this paper sets out to contrast the kinds of spaces available in London (which is particularly well documented for 1851- the year of the Great Exhibition) with the often multipurpose venues that readers outside the major cities used to access texts. The final section will look at the evidence for bookselling along the North Wales coast at a period in which this part of Wales was becoming increasingly bi-lingual.
24. John Hinks • The Word on the Street: Print and Urban Space during the Hand-Press Period • 20 November 2013
The hand-press period of Western printing (as defined, for example, by CERL: the European Consortium of Research Libraries) lasted from c.1455 until c.1830. A longue durée approach to this period indicates that location – almost invariably an urban location – was a remarkably persistent key factor in the success of the printing trade. In line with the current ‘spatial turn’ in the history of the book, this lecture will discuss some of the ways in which urban space impacted on printers and how, in turn, the texts and images that they produced helped to reflect, and to shape, the urban experience for almost four centuries.
25. John Feather • The rise of the publisher: the transformation of the British book trade 1780-1840 • 19 February 2014
At the turn of the eighteenth and nineteenth centuries Britain was transformed economically, politically and socially. It became the world’s first industrial economy, and at the same time the world’s leading political and military power. No aspect of British life was unaffected by these profound changes, including the book trade. There were specific changes within the trade – some technical developments in papermaking and printing, increased activity outside London, changes in the understanding of copyright law – but also some wider developments – population growth, increased literacy rates, greater demand for printed matter of all kinds – which enabled some of the more enterprising spirits in the trade to change their businesses. They became more specialised, working for example as wholesalers or distributors rather than combining these with other functions. Above all, this was the period in which the publishing function – the organisation, management and financing of the publication of new books – became a separate and distinctive function.
This lecture will trace these developments, focussing on how the traditional London book trade – introspective, complacent and deeply conservative -was transformed by internal and external pressures to become a publishing industry in the modern sense.
26. Jos Biemans • De stichting en vorming van de Stedelijke Bibliotheek van Amsterdam in de zestiende eeuw: waarheid of fictie? • 22 april 2015
In de literatuur over de Stedelijke Bibliotheek van Amsterdam vinden we steevast vermeld, dat de bibliotheek – ten eerste – kort na de Alteratie van 1578 gesticht werd door de nieuwe burgemeesters. Ten tweede lezen we, dat de eerste boekencollectie bestond uit de inbeslaggenomen boeken van de Amsterdamse kerken en kloosters. Ten derde leren we dat de nieuwe bibliotheek gehuisvest werd in de Nieuwe Kerk. Ten vierde moeten we constateren dat er geen officiële documenten zijn waaruit ook maar enigszins geconcludeerd kan worden dat deze gegevens juist zijn. Ten vijfde, de huidige UB bezit een beperkt aantal incunabelen en oude drukken met schenkings- en eigendomsnotities. Daaruit kunnen we de enige zekerheden afleiden die we hebben: er was ooit een stadsbibliotheek en die bevond zich gedurende een bepaalde tijd in de Nieuwe Kerk.
Maar klopt het dat de nieuwe burgemeesters besloten een moderne bibliotheek te stichten in 1578 en die te vullen met geconfisqueerde boeken? Als ik dezelfde wegen zou bewandelen als mijn voorgangers bij het schrijven van een nieuwe geschiedenis van de Amsterdamse universiteitsbibliotheek en haar voorlopers, dan zou ik niet veel meer en weinig andere dingen kunnen vertellen dan zij deden. Kortom, welke andere bronnen en methoden kan ik gebruiken bij het schrijven van een nieuwe bibliotheekgeschiedenis?
27. Paul Van Capelleveen • Vlaamse private presses rond 1900: Het ontweken voorbeeld van William Morris • 6 mei 2015
De eisen die William Morris stelde aan het moderne boek rond 1900 – onder andere vastgelegd in zijn toespraak over Het ideale boek – werden niet alleen in Engeland nagevolgd, maar ook op het Europese continent, zij het in elk land op een andere manier: in Duitsland gold Morris als leider van een nieuwe typografische verbeelding, in Nederland inspireerde hij vooral kunstenaars en auteurs, in Frankrijk werd het werk van zijn Kelmscott Press bijna geheel genegeerd. België laat – met enkele vroege private presses – een heel eigen en gemengde reactie zien, waarbij Morris enerzijds bejubeld en anderzijds ontweken wordt. Over deze fascinerende gespletenheid gaat de lezing van Paul van Capelleveen.
28. Stephanie Jacobs • Romantic Book Covers in Belgium • 25 november 2015
De Belgische boekenreeksen Bibliothèque Nationale (1846–1851) en Encyclopédie Populaire (1849–1856) ontstonden onder leiding van Alexandre Jamar, een Brusselse drukker en uitgever. Hoewel de boeken grote overeenkomsten vertonen met hun gelijken van dezelfde periode en stijl, kunnen we vaststellen dat de covers zich onderscheiden van andere ontwerpen. Ze lijken – in hun tijdsgeest – een nieuwe weg in te slaan op het gebied van coverontwerp in België.
Door onderzoek naar de fysieke aspecten van het boek worden antwoorden gezocht op vragen over de ontwerp- en productiebeslissingen, maar ook over de ruimere context. Welke invloed hadden de mid-negentiende eeuwse productieprocessen van de industriële revolutie bijvoorbeeld op het ontwerp van deze boeken? Hoe plaatsen we deze boeken binnen de heersende boekenmarkt, met nadruk op de praktijk van de contrefaçon? Welke invloed hadden hun politieke context en de nationalistische idealen van hun bedenker Alexandre Jamar? Hoe blijken deze idealen uit het ontwerp van de covers: hun decoratieve typografie en romantische illustraties?
29. Daniel Droixhe • What’s new about Jan van Gorp, Bonaventura Vulcanius and other Flemish humanists, forerunners of the modern Indo-European comparativism in the 16th century • 9 december 2015
Het is thans algemeen aanvaard dat het ‘Vlaamse’ humanisme van de 16de en 17de eeuw een beslissende voortrekkersrol heeft gespeeld in de constructie van de hypothese en de daarmee verbonden linguïstische methode die aan het moderne Indo-Europese comparatisme zijn voorafgegaan. Onder de wetenschappers van toen, die met het onderzoek in dat veld zijn begonnen en die het pad hebben geëffend voor de erkenning van de verwantschap tussen de Europese talen, zijn er vele afkomstig uit Vlaanderen – anderen situeren zich in Antwerpen, soms omdat ze een band hebben met Plantijns drukkerij. Het betreft, onder anderen, Jan van Gorp, ook bekend als Goropius Becanus (Hilvarenbeek, 1518/19–1572), Bonaventura Vulcanius of De Smet (Brugge, 1538–1614), Frans van Ravelingen aka Raphelengius (1539–1597), en Adriaan van Schrieck (Brugge 1560–1621). Sinds de jaren 1960 is de interesse voor deze auteurs voortdurend gegroeid, o.a. bij A. Borst en G. Bonfante, over J. Fellman, G. Metcalf en P. Swiggers. Maar vooral de jongste tien jaar heeft het onderzoek zich verdiept, onder andere door het werk van T. van Hal, J.P. Considine en R. Van Rooy.
Het is niet onze bedoeling om hier de massa aan nieuwe en originele informatie samen te vatten. Wel willen we enkele gezichtspunten aanbrengen die we sinds het verschijnen van ons boek La linguistique et l’appel de l’histoire in 1987, dat veel aandacht besteedde aan de ‘Vlaamse school’ en de opkomst van de zogenaamde ‘Scythische hypothese’. Deze hypothese postuleerde het bestaan van een erg oud idioom dat aan de basis lag van de belangrijkste Europese talen en het Persisch.
In deze lezing onderzoeken we het beeld dat wordt geschetst door Jan van Gorp in zijn Origines Antwerpiaenae van 1569, waarbij we de evenwichtige en genereuze bespreking van de Luikse filosoof, filantroop en regionale auteur Alphonse Le Roy in herinnering zullen brengen. Daarbij zullen we een specifiek, dramatisch aspect uit het leven van Becanus benadrukken: de kanker die zijn dochter trof en de ontwikkeling ervan die gepaard ging met een lang medisch debat over de psychologische oorzaken van deze ziekte. We willen evalueren hoe Goropius de etymologische assimilatie van de Cimbri heeft uitgewerkt, voorvaderen van het Vlaamse volk, en van de Cimmeri aan de Zwarte Zee, waardoor een denkbeeld ontstond van een Oosterse oorsprong van de Europese talen. Dit zal in verband worden gebracht met zijn onorthodoxe opvattingen over het dogma van een Hebreeuwse moedertaal. Daarnaast kijken we ook naar het artikel van R.A. Naborn over ‘Becanus’ etymological methods’.
Een belangrijk deel van de lezing is gewijd aan Bonaventura Vulcanius. Wat kunnen we afleiden uit zijn werk over de Scythische hypothese op basis van de inventaris van zijn bibliotheek, getiteld Gothicarum et langobardicarum rerum scriptores aliquot veteres (1617)? In welke mate kondigde hij het comparatisme aan van Junius, Stiernhielm en Leibniz? Wat vinden we terug in zijn publicaties van zijn beschouwingen in zijn Persian words that are similar to Teutonic ones? We zullen in overweging moeten nemen dat de ontdekking van de Germaanse-Perzische analogieën gewoonlijk worden toegeschreven aan Johann Elichmann, die nog een jongeling was op het moment dat Vulcanus stierf in 1614 (zie T. Van Hal, ‘On the “Scythian Theory”: Reconstructing the outlines of Johannes Elichmann’s planned Archaeologia harmonica’ in Language and History, 53 (2010).
De complexe beschrijvingen van het onderzoek naar het prille begin van de taal scheppen een bijzonder interessant beeld van de wetenschappelijke en de patriottische cultuur in Europa ten tijde van de Vlaamse ‘Gouden Eeuw’.
30. Earle Havens • ‘It Is Written’: Forgery, Books, and the Tower of Babel • 20 januari 2016
Havens zal het hebben over vervalsingen in de wereld van het boek. Vanaf de vroege oudheid hebben auteurs, drukkers en uitgevers het steeds aangedurfd om valse boeken te verspreiden of verhalen over onbestaande boeken te verzinnen. Typische voorbeelden zijn onder meer de postume Jezusbrief, ooggetuigenverslagen van de Val van Troje en geannoteerde boeken uit de bibliotheek van William Shakespeare.
31. Line Cottegnies • The Shakespeare First Folio of Saint-Omer: a bibliographical enigma • 16 maart 2016
Sinds de ontdekking van een exemplaar van Shakespeares First Folio (1623) in de bibliotheek van Saint-Omer in oktober 2014 gonst het in de academische wereld van de speculaties over Shakespeares interesse in het katholicisme en zelfs over eventuele banden met katholieken. De speculatie concentreert zich meer bepaald rond de identiteit van de mysterieuze ‘Nevill’ die zijn naam op eerste pagina van het boek zette. Het is onder meer gesuggereerd dat dit het exemplaar moet zijn dat de eerwaarde Francis Clark heeft gebruikt als brontekst voor de historische tragedie Innocentia purpurata, die hij in de jaren 1650 voor het jezuïetencollege van Saint-Omer heeft geschreven.* Professor Cottegnies heeft deze veronderstelling echter kunnen weerleggen door een vergelijking met andere documenten in de bibliotheek die de handtekening van Nevill dragen. In deze lezing behandelt zij een aantal problemen die verbonden zijn met het boek en zijn geschiedenis, waarbij zij bijzondere aandacht besteedt aan de eigendomskenmerken. Behalve Nevills naam bevat de First Folio een met de hand gestempeld kenmerk ‘PS’, dat daarin verschillende keren voorkomt.
De opzet van deze lezing is tweeledig. In de eerste plaats wordt het relatieve belang van de ‘ontdekking’ van dit exemplaar vanuit bibliografisch oogpunt belicht tegen de achtergrond van het feit dat ongeveer één derde van de oorspronkelijke oplage van de First Folio is bewaard gebleven. Na de behandeling van de bibliografische karakteristieken van dit exemplaar biedt professor Cottegnies voorts een overzicht van de materiële omstandigheden en de oorspronkelijke context van de First Folio in de bibliotheek van het jezuïetencollege en wat er daarvan nog rest. Een grondig onderzoek naar de complexe geschiedenis van de collegebibliotheek en de collecties kostbare werken die er deel van hebben uitgemaakt, maakt het mogelijk om die lokale context van de First Folio te duiden. Hiervoor werden twee groepen van boeken onderzocht: enerzijds exemplaren met de handtekening van ‘Nevill’, en anderzijds exemplaren met ’PS’-stempeling.
32. Christine Bénévent • L’Institution du prince de Guillaume Budé: le mystère des premières éditions perdues • 27 aprill 2016
In 1519 schenkt Guillaume Budé een prachtig handschrift aan koning Frans I dat een verhandeling bevat geïnspireerd op anekdotes van Plutarchus. De tekst wordt echter
pas uitgegeven in 1547, zeven jaar na de dood van de auteur en enkele maanden na het overlijden van de koninklijke ontvanger ervan, en wel in drie verschillende steden, door drie verschillende drukkers, onder drie verschillende titels en in drie verschillende versies.
Wat is er precies gebeurd tussen 1519 en 1547? Waarom werd deze schijnbaar onschuldige tekst pas zo laat uitgegeven? Hoe kunnen de mysterieuze omstandigheden worden verklaard die de tekst gedurende dertig jaar verborgen hebben gehouden vooraleer hij opnieuw opdook, in druk dit keer, eerst in Lyon, dan in Larrivour (nabij Troyes), en daarna in Parijs? In deze lezing wordt een onderzoek gepresenteerd in de coulissen van de drukwerkplaatsen van de Renaissance, meer bepaald deze in Lyon en Larrivour. Dit leidt tot de ontdekking van verbluffende manipulaties waarin wellicht een beroemdheid uit de wereld van het renaissanceboek een aandeel heeft gehad.
33. Renaud Milazzo • ‘In silentium’: la double ambiguité du silence. Le commerce du livre d’emblème au XVIe et XVIIe siècle • 16 november 2016
Hoewel embleemboeken het voorwerp vormen van talloze literaire studies, is de handel erin nog niet systematisch geanalyseerd. Hiervoor baseert het voorliggend onderzoek zich op twee bronnen. Enerzijds werd een corpus samengesteld op basis van de belangrijkste Europese en Amerikaanse bibliotheken, waardoor het mogelijk is om, over een periode van twee eeuwen, de evolutie in de productie van embleemboeken te volgen. Al snel werd hieruit duidelijk dat de belangrijkste uitgever niemand anders is dan Christophe Plantin, wiens editoriale politiek op dit vlak zowel in Leiden als in Antwerpen door zijn opvolgers zou worden voortgezet. De rijkdom van de bronnen in het Museum Plantin-Moretus geven niet alleen inzicht in de productiekosten van zijn embleemboeken, maar ook en vooral in de nationale koop en verkoop op de beurs van Frankfurt.
Onderzoek heeft reeds aangetoond dat de mode van de embleemboeken quasi simultaan verloopt met de verspreiding van Luthers ideeëngoed in Europa. De eerste bestudering en statistische analyses van het materiaal bevestigen dat de embleemboeken, van bij het begin, er het zwijgen toedoen wanneer het gaat om de confessionele overtuiging van hun auteurs; zij wekken de belangstelling van drukkers, uitgevers en auteurs die doordrongen zijn van uiteenlopende gereformeerde strekkingen. Dit gegeven is vaak gemaskeerd gebleven door de late verspreiding van embleemboeken door jezuïeten en dominicanen, die daarmee een antwoord boden aan de Tridentijnse principes. Op dit punt laten de gebruikte bronnen toe om meer licht te laten schijnen op de handel in embleemboeken in de 16de en 17de eeuw.
34. Jeanine De Landtsheer • Justus Lipsius (1547–1606) en zijn edities van Caius Cornelius Tacitus: genese en drukgeschiedenis • 14 december 2016
In 1574 publiceerde Justus Lipsius bij Christophe Plantin een geannoteerde editie van de Romeinse historicus Tacitus. Het fraai uitgevoerde boek, een octavo, werd een immens succes en vestigde Lipsius’ reputatie als filoloog en kenner van de oudheid. Toch was hij niet tevreden, want door het voortdurende aandringen van Plantin was het commentaargedeelte veel korter uitgevallen dan de bedoeling was. In de komende jaren bleef hij zich op Tacitus toeleggen: hij verwerkte variante lezingen die collega’s hem toestuurden en wijdde zich voornamelijk aan een uitgebreide commentaar bij de Annales (1581). Nog enkele jaren later verscheen dan de derde editie, een fikse folio nu, waarin annotaties bij de andere werken waren opgenomen (1585). Ondanks de specificatie derde en laatste editie in titel en voorwoord, bleef de humanist zijn verdere leven met Tacitus begaan: bij zijn dood lag de zevende editie ter perse. In mijn lezing wil ik het nieuwe van Lipsius’ uitgave toelichten en vooral ook de evolutie van de opeenvolgende drukken nagaan, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de verzorgde lay-out die het complexe werk toegankelijk moet maken voor de lezer.
35. Eva Cardon • ‘Nooit Meer Alleen’, een onderzoek naar het artistieke autobiografische beeldverhaal • 22 maart 2017
Mijn artistieke loopbaan volgde geen lineair pad. In plaats van me op één medium te concentreren verkoos ik een hybride kunstpraktijk uit te bouwen. Naast het tentoonstellen, cureren en werken in opdracht raakte ik gepassioneerd door de narratieve mogelijkheden van het beeldverhaal. Op het einde van de 20e eeuw ontwikkelde dit zich tot een volwaardige kunstvorm die aspecten uit de beeldende kunsten en literatuur combineert. Een van de belangrijkste hedendaagse genres binnen het stripmedium is de autobiografie. Maar vaak resulteert een puur persoonlijke getuigenis dan in eenvoudige beeldtaal en ligt de nadruk minder op de artistieke vorm. Mijn doctoraatsonderzoek in de Kunsten (promotoren Pascal Lefèvre en Gerda Dendooven) kan ik kaderen binnen een beweging van hedendaagse Europese kunstenaars die op een poëtische manier omgaan met het stripidioom. Na het publiceren van het experimentele beeldverhaal Wij Twee Samen (2015) over het verliezen van mijn dementerende vader, werk ik voor dit onderzoek opnieuw aan een verhaal met een autobiografische kern. Na enkele case study’s waarvoor ik o.a. samenwerkte met muzikanten en schrijvers bouw ik in de huidige fase van mijn doctoraatstraject in korte hoofdstukken een narratief op rond aspecten van het moederschap. Ik onderzoek de mediumspecifieke mogelijkheden van het beeldverhaal en probeer deze langzaamaan open te breken naar een kunstzinnige context.
36. Andrew Pettegree • Print and the reformation – Luther en het boek • 22 november 2017
Deze lezing vond plaats in het Grootseminarie Brugge.
37. Andrew Pettegree • Luther 2017: Religion, media and propaganda • 23 november 2017
When Martin Luther made his protest against indulgences in 1517 he was a little-known professor at one of Germany’s newest universities. Nothing in his career to this point could have prepared him for the media storm that erupted around him. Yet within five years Luther was the most published author in the history of Christendom.
In this presentation, based on his book Brand Luther. Print and the Making of the Reformation (Penguin, 2015 and recently released in Dutch by Atlas-Contact), Andrew Pettegree explores how Luther effected this transformation, in the process re-shaping both theological debate and the still young printing industry. Close attention to the mechanics of the print trade and questions of design were essential to the success of what became the Protestant movement.
Deze lezing werd in samenwerking met UCSIA georganiseerd.
38. Arthur der Weduwen • The seventeenth-century Low Countries: an integrated newspaper market? • 24 januari 2018
By the first decade of the seventeenth century it was clear that the two principal states of the Low Countries, the northern Dutch Republic and the southern Spanish Netherlands, were irrevocably separated. During the seventeenth century the two states developed along divergent political, economic and religious paths. Towards the end of the Twelve Years’ Truce (1609-1621) both states saw the concurrent appearance of a Dutch periodical press, pioneered in Amsterdam and in Antwerp. These early newspapers contributed striking developments to the growth of the periodical press throughout Europe. This is a well-known story: but these Dutch and Flemish newspapers have been generally examined from a national perspective, providing the foundation for a Dutch or Belgian narrative of the emergence of the newspaper. Using evidence gathered for my new bibliography of Dutch and Flemish newspapers, I investigate to what extent the seventeenth-century Low Countries saw the development of an integrated, transnational newspaper market. The shared language of the two early modern states played a considerable role in the creation of this news market: newspapers from Amsterdam could be bought in Bruges or Ghent, while Antwerp papers were distributed in the north as well. This international circulation also ensured that newspapers on both sides of the border watched each other closely; they took inspiration from one another; and they criticised one another. The development of the Dutch and Flemish newspaper in the seventeenth century was shaped decisively by their neighbours north and south.
39. Chiara Lastraioli • Fruit de l’exil et du négoce: le livre italien au nord des Alpes à la Renaissance • 21 februari 2018
Depuis quelques années, on assiste au renouveau des études sur la production et de la commercialisation du livre en italien au Nord des Alpes à la première modernité. Aux écrits fondamentaux de Nicole Bingen et Jean Balsamo se sont ajoutées des nouvelles études de Renaud Adam, Shanti Graheli, Nina Lamal, ainsi que les recherches développées au sein du projet EDITEF (L’édition italienne dans l’espace francophone à la première modernité). Lors de cette conférence, on cherchera de mettre en perspective les recherches les plus récentes afin de mieux appréhender les réseaux intellectuels et marchands qui ont présidé à la diffuion de la culture en langue italienne dans une Europe secouées par les guerres d’Italie et les conflits confessionnels.
Deze lezing vond plaats in Luik (Université de Liège, Salle du Grand Physique)
40. Karin Scheper • Nauw verwant maar slecht bekend: de islamitische boekbindtraditie in context en onder de loep • 7 maart 2018
In de regio waar de eerste Koptische codices gemaakt werden ontstonden verschillende boektradities, behorend bij de verschillende culturele en religieuze groepen. Wat betreft materiaalgebruik en techniek zijn ze nauw verweven, en in de geschiedenis van het westerse boek wordt de Koptische codex altijd als bron genoemd. Maar wat weten we eigenlijk over het Islamitische boek en de invloed van die rijke handschriftcultuur op de ontwikkelingen elders?
Onderzoek naar de materiële karakteristieken van de handschriften in Arabisch schrift in de collectie van de Universiteitsbibliotheek in Leiden maakte duidelijk dat de boekbindtraditie in de islamitische wereld veel gevarieerder is dan werd aangenomen, en dat het bestaande beeld over de technische aspecten nodig moest worden bijgesteld. In deze Miræus-lezing zal de ontwikkeling van het islamitische boek gerelateerd worden aan die van de culturen in de nabije omgeving, en wordt duidelijker welke rol deze boektraditie speelde in de transmissie van materialen en ambachtelijke technieken. Door in te zoomen op enkele details en gebruiken tussen de Midden-Oosterse en Westerse handschriftcultuur te vergelijken, komt ook aan de orde dat we veel nog niet weten of baseren op aannames.
41. Geneviève Guilleminot • Brugge en Parijs. Joseph-Basile van Praet en de incunabelen van Colard Mansion • 23 mei 2018
Geen enkele boekenliefhebber is meer gelinkt met Colard Mansion dan Joseph-Basile van Praet. Hij groeide op in de boekhandel-drukkerij van zijn vader in Brugge, trok vervolgens naar Parijs en werd er tijdens de Franse Revolutie bibliothecaris van de “Bibliothèque nationale”. Zijn leven lang verzamelde hij wiegendrukken van Colard Mansion, de eerste drukker van zijn geboortestad.
Geneviève Guilleminot, conservateur à la Réserve des livres rares et précieux de la Bibliothèque nationale de France (2004-2017), spreekt over het belang van Van Praet als bibliothecaris in Parijs en als verzamelaar van incunabelen van Colard Mansion.
Deze lezing vond plaats in Hoofdbibliotheek Biekorf in Brugge en werd georganiseerd door de Openbare Bibliotheek Brugge, Cultuurbibliotheek en het Grootseminarie in samenwerking met de VWB.
42. Ian MacLean • Andreas Frisius of Amsterdam, and the search for a niche in the international book market (1664–1675) • 3 oktober 2018
Andreas Frisius (1630–1675) studeerde aan de Universiteit van Leiden, waar hij belangrijke contacten kon leggen met belangrijke spelers op de internationale boekenmarkt. Hij profileerde zichzelf als een uitgever van historische, medische, en natuurwetenschappelijke werken en probeerde zo een plaats te veroveren in een markt die nog erg te lijden had onder de gevolgen van de Dertigjarige Oorlog. In deze lezing wordt besproken hoe Frisius omging met problemen die verband houden met de productie, verkoop en distributie van boeken, en hoe hij een strategie ontwikkelde om een eigen plaats in de markt te veroveren. Verder wordt ingegaan op de afwikkeling van zijn erfenis na zijn vroegtijdige overlijden in 1675, en wat we hieruit kunnen leren over het uitgeversbedrijf in de Nederlanden.
43. Thomas Crombez • Het merkwaardige overleven van het boek in een wereld die werd opgegeten door software • 12 december 2018
Het boek ziet er vandaag anders uit dan Christoffel Plantijn in de zestiende eeuw ooit had kunnen vermoeden. Naast gebonden boeken op papier zijn er e-books op allerlei toestellen. Databanken op het web maken immense hoeveelheden gedigitaliseerde boeken onmiddellijk doorzoekbaar. Hoe zou de drukker van de Biblia Polyglotta – misschien wel het meest geavanceerde boek van zijn tijd – naar deze ‘boeken’ hebben gekeken? Werd het boek ‘opgegeten door software’, net als de rest van de wereld, zoals de internetpionier Marc Andreessen in 2011 schreef? In deze lezing verkent Thomas Crombez welke implicaties de veranderende technische structuur van het boek heeft voor de cultuur en de geschiedenis van het boek.
44. Catherine Kikuchi • Venise 1469-1530 : un monde du livre en devenir • 19 maart 2019
En 1469, le premier imprimeur vénitien, Johann de Spire, obtient un privilège de la part des autorités de la ville. Après sa mort en 1470, l’industrie du livre va prendre son essor et accueillir plusieurs dizaines d’ateliers simultanément dans la ville. Ce développement économique s’appuie sur des acteurs qui s’organisent progressivement pour trouver les capitaux et les ressources nécessaires pour la production du livre, mettant en place des collaborations de plus en plus denses. Ces acteurs sont pour beaucoup étrangers à Venise : Allemands, mais aussi Milanais, Florentins, Grecs, Juifs… L’industrie du livre tire partie des ressources des communautés étrangères locales, mais en son sein, les relations de pouvoir et les inégalités restent prégnantes. Malgré cela, l’imprimerie s’insère dans le tissu urbain vénitien, reconnue progressivement par les autorités. Comment un monde économique et social se construit-il dans ce grand pôle de production incunable qu’est Venise, à la fin du XVe siècle et dans les premières décennies du XVIe siècle ?
Deze lezing vond plaats in Luik (Université de Liège, Salle du Grand Physique)
45. Marianne C.E. Gillion • Paradigmatic prints and particular performances: religious and musical identities in the liturgical books of the Cathedral of Our Lady and the Church of St. James, Antwerp • 27 maart 2019
The Cathedral of Our Lady and the Church of Saint James were two of the leading institutions in Counter Reformation Antwerp, yet relatively little is known about their liturgical music. Celebrations of divine worship were performative expressions of overlapping institutional, regional, and municipal identities. They could signal conformity with ecclesiastical edicts and allegiance to civil authorities, but could also function as protests against these powers. Plainchant was the essential sonic element of the liturgy; it was the music most commonly performed by the choir and experienced by the congregation. Consequently, it served both to craft and to communicate religious identities. This lecture will explore how the liturgical music at the Cathedral and at Saint James reflected various identities during the early modern period. The institutions’ surviving books, which include items produced by local printers such as Plantin, Trognesius, and Verdussen, reveal the tensions that could exist between episcopal mandates and local traditions. Musical dissent at imposed liturgical changes following the Council of Trent was eventually replaced with an uneasy alliance between old and new forms of worship. The particular became increasingly combined with the universal as the clerics negotiated shifting political and ecclesiastical landscapes. New musical traditions were experimented with and embraced as the Cathedral and Saint James were reinvented as bastions of Counter Reformation Catholicism.
46. Margriet Hoogvliet • Wollen stoffen, specerijen, altaren en boeken: Religieuze leescultuur van leken in de regio tussen Parijs en Antwerpen in de vijftiende eeuw • 15 mei 2019
Verschillende historische publicaties hebben de gevorderde religieuze geletterdheid van leken in de vijftiende eeuw laten zien, die soms zelfs gedeeld werd door de sociale middengroepen en incidenteel door arme mensen. Desondanks blijven historische “memes” over de ongeletterdheid van deze groepen, hun onwetendheid, bijgeloof of zelfs hun weerstand tegen religie verspreid worden in de populaire cultuur en in historische handboeken: “The elite’s greater level of literacy gave them the ability to develop their piety through religious readings”; “For most of the middle ages the great majority of people did not read and write” (The Oxford Handbook of Medieval Christianity 2014).
Archivalische en codicologische bronnen uit Parijs, Amiens, Douai en Tournai laten daarentegen een volledig ander beeld zien: er is veel documentatie over leken uit de midden- en lagere klassen die geletterd waren en die een of meer religieuze boeken bezaten. Hun overige bezittingen laten zien dat hun huizen vaak gedecoreerd waren met altaarstukken en andere religieuze kunstvoorwerpen, waardoor het privéhuis een ruimte werd waar het heilige aanwezig was, in ieder geval visueel. Leesactiviteiten in het privéhuis vonden plaats in de directe context van deze kunstvoorwerpen en ongetwijfeld soms in relatie ermee.
In de geest van “microstoria” zal de materiële cultuur van een aantal van de religieuze privéhuishoudens uit Noord Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden gepresenteerd worden, samen met een aantal voorbeelden van bewaard gebleven boeken die ooit in het bezit waren van gewone stadsbewoners en die door hen gelezen werden.
Deze historische documentatie zal het uitgangspunt zijn voor een diepere analyse: Een sociaalhistorische benadering zal de sociale spreiding van religieuze leesactiviteiten in kaart brengen, alsmede de groepen van lezers die gerelateerd waren aan de boeken in privébezit. Een ruimtelijke analyse, gebaseerd op de plaatsen waar boeken aanwezig waren in het privéhuis, zal het dooreenlopen van productiewerk, handel, dagelijks leven en religieuze leesactiviteiten laten zien. Daarnaast zal het privéhuishouden besproken worden als een ruimte met een specifieke betekenis die gegenereerd werd door de aanwezigheid van religieuze objecten en de leesactiviteiten die er plaats vonden.
47. Alessandro Grazi • Minhag Italia: Digital Approaches to Jewish Print Cultures – Nineteenth-century Italian prayer books • 2 oktober 2019
In his lecture, Alessandro Grazi is going to delineate the main traits of his ongoing research project on Italian Jewish prayer books printed in the Nineteenth Century. The aim of this project is to carry out a digital and conceptual analysis of nineteenth-century Italian prayer books, with the purpose of utilizing them as objects of historical inquiry. The tools I will use to carry out this analysis consist of an inventory and digitization of these prayer books, in order to enable a digital analysis with OCR software (Optical Character Recognition). Prayer books encompass every aspect of Jewish life, from everyday prayers to the special occasions of the High Holidays. For this reason, they are the most frequently printed book in Judaism. In spite of their prominence in Jewish life, they have received very little academic attention, because they have been considered as stable factors, unworthy of analyses of its dynamics. Indeed, it is true that prayer books maintained a certain uniformity in space and time, but the small changes of the different editions can actually represent substantial changes in the political and cultural perception of a specific Jewry, in a specific place and time. The OCR is used to single out and address exactly these variations, with the purpose of answering the following questions: How do materiality and spirituality relate to each other? Can we establish changing patterns relating to siddurim and mahzorim as religious/sacred objects over time? How do prayer books attest to the construction of their owners’ Jewish identities?
48. Mark McConnell • How Did Early Modern Publishers Make Decisions? Business Insights from Christopher Plantin’s Cost Records • 12 december 2019
Printing technology transformed the production of books in early modern times, with deep implications for the circulation of ideas. But the new technology also created a very significant business problem: publishing risk. The advantages of the new technology were available only if a publisher advanced large sums of money to print an entire edition, and accepted the risk that the copies might not sell. It is well recognized that publishing risk helped determine which books were printed, and what form those books took. But lack of data has precluded a systematic study of the question. Mark McConnell is compiling a database of the detailed cost accounts that were kept by the printer Christopher Plantin in the 1560s. These data shed considerable light on the business calculations that governed publishers’ decisions, with implications for the subject matter of books printed, the number of copies, the inclusion of illustrations, and the features that positioned a book in the marketplace, such as format, paper quality and font selection. Mr. McConnell will present preliminary insights on these questions, drawn from his ongoing research.
49. Alexander Soetaert • De heropleving van hagiografisch drukwerk in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, ca. 1520–1600 • 30 september 2020
Heiligenlevens waren in de zestiende de eeuw vaak het mikpunt van kritiek. Dat liet zich ook sterk voelen in de publicatie van hagiografische teksten. In de Nederlanden en in het Prinsbisdom Luik kwam tussen 1520 en 1560 nauwelijks nog hagiografie van de pers. Vanaf de late zestiende eeuw tekende zich echter een heropleving af. Meestal wordt daarvoor verwezen naar Heribert Rosweyde en de Bollandisten. Toch waren zij niet de enige of vroegste vertegenwoordigers. Aan de hand van het werk van deze soms minder bekende figuren, schetst deze lezing het ontstaan van een nieuwe vorm van hagiografie en de plaats daarvan binnen de katholieke leescultuur.
50. Joran Proot • De typografische transitie van “renaissance” naar “barok” in de Officina Plantiniana, 1555–1670 • 2 december 2020
In 1555 richtte Christoffel Plantijn, die vermoedelijk een half millennium geleden in de streek van Tours werd geboren (ca. 1520–†1589), in Antwerpen een drukkerij en uitgeverij op die tot diep in de negentiende eeuw actief bleef. Tijdens de eerste honderd jaar bracht de Officina Plantiniana naar schatting tussen de 5.000 en 6.000 edities voort. Deze lezing richt de focus op de typografische evolutie van het drukwerk dat tijdens deze ‘gouden eeuw’ het licht zag en schetst de transitie van ‘renaissance’ naar ‘barok’ aan de hand van een rijke documentatie. Daarbij wordt ook ingegaan op vlot gebruikte labels als ‘renaissance’ en ‘barok’ en waarom deze begrippen binnen een typografische context problematisch kunnen zijn.
51. Zanna Van Loon • How book history can contribute to Missionary Linguistics: the social materiality of early modern handwritten and printed missionary books on the indigenous languages of New Spain, Peru, and New France • 10 maart 2021
As early as 1510, members of European religious orders travelled to the Americas to evangelize local indigenous populations. These missionaries all faced similar challenges when establishing contact: the language barrier presented an important obstacle to convert local indigenous peoples to the Christian faith. In order to teach the religious doctrine to groups of people unfamiliar with European culture and religion efficiently, missionaries did not impose European languages but, instead, learned local tongues. To facilitate their mission work and to help successors, missionaries codified their knowledge on these languages in linguistic tools (grammars, vocabularies and phrasebooks), and prepared devotional translations (including catechisms, sermons and confession manuals). This initiated an ever-developing process in which they produced texts containing knowledge on the large variety of indigenous languages spoken in the Americas. This lecture explores the conditions determining the physical making of missionary tools and how this process needs to be taken into account when studying the contents of these texts.
52. Elise Watson • Derivative Piety: Marketing Illicit Catholic Print in the Dutch Republic • 19 mei 2021
Though the public exercise of Catholicism was prohibited in the seventeenth-century Dutch Republic, its practitioners still wielded significant political and economic power at all levels of society. This included the book trade, of which Catholic print made up an important part. Seeing themselves as one broken half of a soon-to-be reunited Catholic Low Countries, this minority religious community viewed the Southern Netherlands as an aspirational model of Counter-Reformation piety. While Northern printer-publishers sought Southern collaborators, imitated the stylings of Antwerp printers and added false ‘Antwerp’ and ‘Louvain’ imprints to their books, booksellers imported enormous quantities of liturgical books from firms like the Officina Plantiniana. Using archival research focused on centres of Catholic print like Holland and the Generality Lands, including a substantial quantity of printed ephemera, this paper will demonstrate how Catholic book producers in the Dutch Republic employed a distinctive brand of imitated Southern Netherlandish piety as a confessional marketing strategy. While this emulation was not actually intended to fool authorities or consumers, employing it gave printers, publishers and booksellers plausible legal deniability to Reformed authorities. It also communicated orthodoxy to the ever-watchful Catholic ecclesiastical censors, and made these works attractive and suitable for distribution in international markets.
53. Alisa van de Haar • Boek or Boeck? Plantin and Sixteenth-Century Discussions on French and Dutch Spelling • 13 oktober 2021
It has often been argued that the printing press played a pivotal role in the uniformization of orthography: in order to enlarge their possible area of distribution, printers supposedly avoided dialectal variation in spelling and vocabulary. In the sixteenth century, the orthographical rules of French and Dutch were an important topic of debate among the intellectual elite. Despite the fact that historians of language have emphasized the influence of the printing press on changes in spelling, printers themselves rarely took part in these discussions on orthography. This talk will examine the rare explicit remarks on vernacular spelling left behind by printers from the Low Countries, in particular those by Christophe Plantin. These statements are compared with the actual spelling practices in the editions they published, to shed new light on the impact of printers on the standardization of French and Dutch.
54. Nikolaus Weichselbaumer • New Metrics for Bibliography in Scanned Books • 24 november 2021
Analytical bibliographers have been measuring books with a tape measure for generations. Sizes given in millimetres are a cornerstone of many bibliographies. The continuing swell of digital scans of early printed material makes this increasingly problematic. Attempts to measure scanned books in millimetres tend to have limited success as there rarely is a precise reference length in the frame. Even in the cases where a ruler is placed on or near the book, it is often not in the same plane which lets parallax errors distort the results.
To simply give up on measuring in scans would mean giving up on a wealth of options that scanned material offers, such as comparisons between copies that are kept half a world apart and computer aided analyses of large amounts of material that no bibliographer could cope with in a lifetime.
The lecture proposes two approaches to this issue: proportional measurements and mathematically expressed comparisons of shape. Both metrics are still far from being standardised and easily applicable, but they have the potential to allow reliable comparisons of scanned books.
55. Anton van der Lem • Fortiter et suaviter. Vier Hollandse priesterbibliotheken uit de Universiteitsbibliotheek Leiden • 20 april 2022
Door de toenemende ontkerkelijking zijn priesterbibliotheken terechtgekomen in musea, archieven en bibliotheken. Vier van deze priesterbibliotheken zijn thans gecatalogiseerd en raadpleegbaar in de afdeling Bijzondere Collecties van de UB Leiden. Anton van der Lem zal met veel afbeeldingen de geschiedenis en samenstelling van deze bibliotheken presenteren en daarbij ook ingaan op de conservatoire aspecten.
Het jaar 1572 was het begin van de ‘tweede’ Opstand in de Nederlanden. Met geweld maakten Geuzen zich meester van steden in Holland, Zeeland en andere gewesten. Daarbij moesten vooral geestelijken, kerken, kloosters en abdijen het ontgelden. Geestelijken werden weggejaagd of zelfs gemarteld en om het leven gebracht. Hier gingen klooster- en abdijbibliotheken in vlammen op, elders werden kostbare boeken en handschriften gestolen of weggestuurd met een bestemming waar zij niet aankwamen. De Opstand betekende bovendien het einde van de kerkelijke infrastructuur in het noorden – de gelovigen leefden voortaan volgens de Kerk in partibus infidelium. Als missiegebied werden ze voortaan bediend door priesters van de zogeheten Hollandse Zending, opgeleid in Leuven en Dowaai, of buiten de Nederlanden in Parijs of Keulen.
Geestelijke leiders drongen er bij de priesters op aan zelf een boekerijtje aan te leggen, om de eigen kennis en vroomheid blijvend te vermeerderen en – nog belangrijker – hun schaapjes de juiste zielzorg te kunnen geven en de aanhangers van een ander geloof, zoals doopsgezinden en gereformeerden, van repliek te kunnen dienen. Na hun overlijden lieten priesters hun boekerij doorgaans achter ten behoeve van hun opvolgers, die op hun beurt weer boeken aan de collectie konden toevoegen, waardoor er na verloop van een paar eeuwen heuse bibliotheken van vier tot vijf kasten ontstonden.
Door de toenemende ontkerkelijking zijn zulke priesterbibliotheken terechtgekomen in musea, archieven en bibliotheken. Vier van deze priesterbibliotheken zijn thans gecatalogiseerd en raadpleegbaar in de afdeling Bijzondere Collecties van de UB Leiden. Drie uit dorpen in Zuid-Holland: Kethel, Noordwijk en Langeraar, één uit het Noord-Hollandse Edam. Met veel afbeeldingen zal de spreker de geschiedenis en samenstelling van deze bibliotheken presenteren en daarbij ook ingaan op de conservatoire aspecten. Weliswaar heeft het tonen van boeken uit de Zuidelijke Nederlanden iets van het brengen van uilen naar Athene, maar hij hoopt u toch inzicht te geven in een specifiek Nederlands verschijnsel.
56. Nathalie Collé • The Visual and Conceptual Evolution of Robinson Crusoe Through Frontispieces, 1719– • 26 oktober 2022
Cette présentation portera sur la vie livresque et post-livresque d’un classique de la littérature anglaise et « bestseller » en son temps, The Pilgrim’s Progress (Le Voyage du pèlerin), de John Bunyan (1628-1688). Publié en 1678, et suivi d’une deuxième partie en 1684, Le Voyage du pèlerin a inspiré de très nombreuses représentations iconographiques, dont les illustrations du livre ne sont en fait qu’un type parmi d’autres. Le corpus iconographique né de ce texte a en effet été à l’origine de ce que j’appelle un corpus post-iconographique, fait d’images non seulement bidimensionnelles mais aussi tridimensionnelles nées du texte et du livre originels puis littéralement sorties de ces matrices : des cartes postales, des vitraux, mais aussi des tapisseries, et des sculptures de différente nature, pour n’en citer que quelques exemples. En retraçant un pan de l’histoire visuelle et matérielle de ce texte, nous nous interrogerons sur la notion même d’illustration, et sur ses liens avec la littérature.
57. Paul J. Smith • De Warachtighe fabulen der dieren: nieuwe perspectieven op een vernieuwend boek • 10 november 2022
In 1567 verscheen in Brugge De Warachtighe fabulen der dieren, een geïllustreerd dierfabelboek van kunstenaar en initiatiefnemer Marcus Gheeraerts en dichter Eduard de Dene. Paul J. Smith bespreekt een aantal vernieuwende aspecten van dit boek, die onderzocht zijn in het Leidse onderzoeksproject Aesopian Fables 1500-2010: Word, Image, Education. De bijzondere samenwerking tussen De Dene en Gheeraerts komt aan bod, evenals Gheeraerts’ etstechniek en zijn zelfpositionering als allround kunstenaar. De vernieuwende aspecten worden duidelijk als we het boek vergelijken met diens directe voorgangers en navolgers. Dit geldt voor het boek als geheel, maar in het bijzonder voor de illustraties. De receptie van de illustraties van Gheeraerts in de beeldende kunst is onafzienbaar, en nog maar ten dele onderzocht: Gheeraerts wordt tot ver in de zeventiende eeuw overal in Europa nagevolgd, niet alleen in fabel- en embleemboeken, maar ook in pamfletten, wandtapijten, schilderijen, natuurhistorische illustraties… Tijdens de voordracht krijg je enkele bijzondere voorbeelden te zien.
Deze lezing vond plaats in Hoofdbibliotheek Biekorf in Brugge en werd georganiseerd door de Openbare Bibliotheek Brugge, Cultuurbibliotheek en het Grootseminarie in samenwerking met de VWB.
58. Anna Dlabačová • Printed Prayers: The Middle Dutch Book of Hours after the Introduction of the Printing Press • 22 maart 2023
Prayer books in Middle Dutch were one of the most commonly read book in the late medieval Low Countries. The mainstay of this vast corpus is the Book of Hours in the translation into Dutch ascribed to Geert Grote, initiator and founder one of the period’s most powerful religious reform movements: the Devotio Moderna. Estimates of extant manuscripts range from c. 800 to over 2000; Van Oostrom (2013) has even suggested that their original number must have amounted to over 10.000. The popularity of the Middle Dutch Book of Hours was sustained by a complex web of interconnections between scribes, patrons, readers, texts, images, devotions as well as the books themselves that can best be characterized as an ecosystem. The lecture focuses on the influence of a new type of actor within this ecosystem: the printer. What happened to the Middle Dutch Book of Hours after it was first introduced on the printing press in Delft in 1480? I will provide a first survey of the circa thirty printed editions focusing on their materiality, contents, and copy specific information to uncover the private and societal role(s) of these printed prayers.
59. Holly James-Maddocks • Early Printed Books Illuminated in England (c. 1455-1500) • 10 mei 2023
Until recently there was very little evidence for the illumination of printed books in late medieval England. The advent in copy-specific cataloguing of incunabula in UK collections is providing an opportunity to identify illuminated copies much more readily than before. This lecture aims to explore a number of questions in light of the emerging data: What kinds of printed texts received illumination in England? Where did these books come from? Who are the candidates for organising the addition of decoration? How widespread a phenomenon was it for ‘manuscript’ illuminators to diversify their trade during the incunabular period? This lecture will present some of the close-knit networks of scribes, printers, decorators, binders and booksellers to emerge from this research.
Deze lezing vond plaats in de Universiteitsbibliotheek Leuven.
60. J. Christopher Warner • From the Plantin-Moretus Archives to the Secret Histories of Books • 18 oktober 2023
In this lecture, Professor Warner recounts the process by which entries in Plantin’s and Moretus’s journals and ledgers provide critical clues, leading on to other clues, to the complicated itineraries of certain sixteenth century Low Countries’ imprints: from manuscript into print; from printing house to seller; even, from printing house to seller back to the printing house. The revelation of such details makes it possible to account for the present material condition of these books, but in some cases also to infer through what intermediate condition, no longer visible, they once passed.
61. Renaud Adam • Censorship and Biblioclasm in the Low Countries (15th-16th centuries) • 27 maart 2024
With this lecture, Renaud Adam proposes to evoke the problem of book censorship in the 15th and 16th centuries in the former Low Countries, from the appearance of the printing press to the reign of Philip II. This period was marked by the advent of the Reformation, which had serious consequences for the book market. This communication will be an opportunity not only to study the evolution of legislation on heresy, but also to review the staging of repression in the book ecosystem. The effectiveness and impact of these measures on the transmission of texts to date will be presented as well.
62. Virginia Blanton • The Afterlives of Syon Abbey Books • 24 april 2024
Founded by Henry V of England in 1415, Syon Abbey was a Birgittine double house that became a center of learning and preaching, as well as devotional and liturgical practice. When Henry VIII broke with Rome and closed the English monasteries, a small group of Syon nuns moved to Antwerp and lived alongside the Birgittine sisters at Mariëntroon (Dendermonde). This study investigates the sisters’ peregrinations in the Diocese of Cambrai between 1539 and 1580 as a context for local survivals of their devotional and administrative books.
63. Lieve Watteeuw • Restauratie van manuscripten in de vroegmoderne tijd. De bibliotheek van de Abdij Ten Duinen in focus • 6 juni 2024
De Duinenabdij (°1128, Koksijde) was een van de oudste en belangrijkste cisterciënzerabdijen in de Nederlanden. Tijdens de 17de eeuw werd de bibliotheek van de abdij van Ter Doest (Lissewege) geïntegreerd in de bibliotheek van de Duinenabdij, waarbij boeken werden gecatalogiseerd door de bibliothecaris Carolus de Visch (1596-1666), en sommige eeuwenoude perkamenten handschriften werden heringebonden. In recente jaren is een groep handschriften onderzocht en gerestaureerd met steun van het Fonds Baillet Latour van de Koning Boudewijnstichting. De lezing belicht hoe tijdens de restauratie en het boek-archeologisch onderzoek aanwijzingen van eerdere restauraties met nieuwe materialen en recyclage van middeleeuwse elementen zijn ontdekt, hoe deze werden gedocumenteerd en in situ geconserveerd.
Deze lezing vond plaats in het Grootseminarie in Brugge en werd georganiseerd door de Openbare Bibliotheek Brugge, Cultuurbibliotheek en het Grootseminarie in samenwerking met de VWB.